Godfried Bomans (1913) en Michel van der Plan (1927) hebben in vele urenlange gesprekken herinneren aan hun katholieke jeugdjaren opgehaald. "Het is allemaal anders geworden en daarom lijkt het me nuttig het hier te fixeren,' zegt Bomans ergens. En zo komt dat verleden hier nog eenmaal tot leven. Beiden kijken niet alleen achterom. Als vaders hebben zij het telkens weer over het heden waarin hun kinderen opgroeiden. Wat kunnen zij die nog meegeven? '...Wij teren op het vet van de vroomheid, die voorbij is, maar nog in allerlei vormen onder ons bestaat. Maar over twintig jaar, als ook die resten zijn opgeteerd, hoe staan we er dan voor? Wat heb je de eerste vijfentwintig jaar van je leven niet mogen opzuigen aan mystiek? Daar kun je tot je dood mee rondlopen. Maar jouw zoon, daar gaat het om, en mijn dochter, die komen in een volkomen efficiënte wereld terecht, waar de dingen gewoon zichzelf betekenen. De dubbele bodem is eruit gevallen. Alles staat in zijn eigen uitleg vastgevroren. En nu is het de vraag of de mens een wezen is, dat in die poolnacht kan blijven leven...'
Description:
Godfried Bomans (1913) en Michel van der Plan (1927) hebben in vele urenlange gesprekken herinneren aan hun katholieke jeugdjaren opgehaald. "Het is allemaal anders geworden en daarom lijkt het me nuttig het hier te fixeren,' zegt Bomans ergens. En zo komt dat verleden hier nog eenmaal tot leven.
Beiden kijken niet alleen achterom. Als vaders hebben zij het telkens weer over het heden waarin hun kinderen opgroeiden. Wat kunnen zij die nog meegeven? '...Wij teren op het vet van de vroomheid, die voorbij is, maar nog in allerlei vormen onder ons bestaat. Maar over twintig jaar, als ook die resten zijn opgeteerd, hoe staan we er dan voor? Wat heb je de eerste vijfentwintig jaar van je leven niet mogen opzuigen aan mystiek? Daar kun je tot je dood mee rondlopen. Maar jouw zoon, daar gaat het om, en mijn dochter, die komen in een volkomen efficiënte wereld terecht, waar de dingen gewoon zichzelf betekenen. De dubbele bodem is eruit gevallen. Alles staat in zijn eigen uitleg vastgevroren. En nu is het de vraag of de mens een wezen is, dat in die poolnacht kan blijven leven...'